Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technologieën. DeSkireis.nl gebruikt functionele, analytische, gebruikerservaring en performance cookies om je een optimale bezoekerservaring te bieden. Ook plaatsen derde partijen advertentie- en tracking cookies om ervoor te zorgen dat je informatie en advertenties te zien krijgt op andere websites die voor jou relevant zijn. Jouw internetgedrag kan door deze derden worden gevolgd door middel van de tracking cookies. Door verder te gaan op onze website ga je akkoord met bovenstaande. Bekijk ons cookiebeleid Sluiten

Wist je dat er verkeersregels zijn op de piste en dat je als wintersporter verplicht bent je hieraan te houden? We zetten de officiële regels van de FIS op een rijtje. 

 

VERKEERSREGELS OPGESTELD DOOR DE FIS

Skiën brengt zoals alle takken van sport risico’s met zich mee. De Féderation Internationale de Ski (FIS) heeft verkeersregels voor de piste opgesteld met als doel ongelukken op de piste te voorkomen. De gedragsregels van de FIS gelden voor alle skiërs en snowboarders. Iedere skiër is verplicht de regels te kennen en zich eraan te houden. 

 

Een skiër of snowboarder, die zich niet aan de FIS-regels houdt en een ongeluk veroorzaakt, kan voor de financiële gevolgen aansprakelijk worden gesteld. 

 

Hieronder vind je de 10 officiële regels van de FIS. 

 

1. HOUD REKENING MET ANDEREN 

Iedere skiër of snowboarder moet zich zo gedragen, dat hij andere niet in gevaar brengt of schade toebrengt. 

 

2. BEHEERS JE SNELHEID

Iedere skiër of snowboarder moet zijn snelheid en wijze van bewegen aanpassen aan zijn eigen capaciteiten, de toestand van de piste, de sneeuw- en weergesteldheid en de aanwezigheid van andere wintersporters op de piste. 

 

3. KIES EEN VEILIG SPOOR 

Wanneer een skiër of snowboarder een ander van achteren nadert, moet hij zijn spoor zo kiezen, dat hij een voor hem bewegende skiër of snowboarder niet in gevaar brengt. 

 

4. KIJK UIT BIJ OVERSTEKEN EN INVOEGEN

Een skiër of snowboarder die zich (weer) op de piste wil begeven, een piste wil kruisen, of tegen de helling op wil bewegen, moet opletten dat hij zichzelf of anderen daarbij niet in gevaar brengt. 

 

5. HAAL VOORZICHTIG IN 

Inhalen is toegestaan van boven of beneden, van links of rechts, maar uitsluitend op een afstand die de gepasseerde skiër of snowboarder voldoende ruimte laat voor al zijn bewegingen. 

 

6. STA NIET ZOMAAR STIL OP DE PISTE 

Sta niet zonder noodzaak stil op nauwe of onoverzichtelijke gedeelten van de afdaling. Wil je stilstaan, doe dit dan aan de rand van de piste op een plek waar je jezelf en anderen niet in gevaar brengt. 

 

7. LOOP LANGS DE KANT VAN DE PISTE 

Een klimmende skiër of snowboarder mag alleen de zijkant van de piste gebruiken. Hetzelfde geldt voor een skiër of snowboarder, die te voet afdaalt. 

 

8. HOUD JE AAN DE BORDEN 

Iedere skiër of snowboarder moet zich aan de pistemarkeringen en waarschuwingstekens houden. 

 

9. VERLEEN HULP BIJ ONGELUKKEN 

Bij ongelukken is iedere skiër of snowboarder verplicht hulp te bieden. 

 

10. LEGITIMATIE VERPLICHT 

Iedere skiër of snowboarder moet bij ongevallen zijn persoonsgegevens bekend maken door middel van een legitimatiebewijs. Zowel getuige of betrokkene, verantwoordelijk of niet.